Column Bart van der Wal | Vrije vogels

Lenus van der Broek

Onze ruimte is door coronamaatregelen weer wat ingeperkt. Zo moeten we bij het doen van de dagelijkse boodschappen weer een mondneuskapje op.

Hoewel ik regelmatig dorpsgenoten zie die het kapje uitsluitend over de mond dragen, is het de bedoeling dat ook de neus wordt bedekt. Ik snap die mensen wel; dit lichaamsdeel laat ik bij voorkeur ook liever lekker vrij rondneuzen.

Bij mij heeft het verstand het ditmaal gewonnen van de voorkeur en daarom zult u mij in de winkels niet snel herkennen. Overigens is dit geneuzel geen uitnodiging voor een nieuwe discussie over dit relatief nieuwe mode-attribuut dat ons enige ruimte geeft tot bewegen. Het woord ruimte kent veel toepassingen. Zo geeft onze eigen gemeente Dronten ons in haar promoties al jarenlang de ruimte, zijn er astronauten met pampers om teruggekeerd uit de ruimte omdat de wc kapot was en beperken de coronamaatregelen ons in het gevoel van ruimte en vrijheid als een vogeltje in de lucht. Ik ben niet tegen de in mijn ogen noodzakelijke en toch ook beknottende maatregelen, maar man man man, wat heb ik een hekel aan dat kapje.

Over vogeltjes gesproken zitten er nu net een paar mussen gezellig te kletsen op onze schutting. Leuke beestjes, gezellig als er een paar mussen lekker samen zitten te tsjilpen in je tuin. Als het echt gaat winteren dan zal ik ze voorzien van wat lekkernijen zodat ook zij de winter doorkomen. Denkende aan de gasprijs hoeft de winter van mij geen ellenlange vorstperiode te worden. Evengoed gaat alleen moeder natuur hierover. Dat moedertje is de laatste tijd al veel besproken. Vooral over hoe wij beter voor haar kunnen gaan zorgen.

Moeders is al oud en zeker ook wijs en flexibel, maar heeft een grotere zorgbehoefte dan nu aan haar wordt gegeven. De oude bles is gul als je bedenkt wat zij ons geeft aan water, voedsel, grondstoffen, ontspanning in haar vrije natuur en ongelooflijk veel meer. Tijd om iets terug te geven.

Ik denk dat iedereen wel voelt dat dit juist en slim is om te doen. De vraag is hoe we dit als mensen samen gaan aanpakken. Een spannender tijd dan we ons nu waarschijnlijk realiseren. In het klein en ook als individu kunnen we nu al beginnen met onze eigen bijdrage aan de zorg voor moeders.

Niets moeilijks, het zit ‘m in simpele dingen als iets vaker de fiets voor de korte afstand, minder lampen aan, de verwarming een tikkie lager - ook goed voor de portemonnee - en bijvoorbeeld ons afval nog beter scheiden. Als u nu denkt: ‘Maar jij bent mijn leraar’ klopt dat. Ik heb het ook en vooral tegen mijzelf. U bent uw eigen meester of lerares. Dat laatste woord is overigens bewust gekozen.

Bart van der Wal