Oekraïners in Flevoland, deel 2: Opvang in De Rede 60 in Dronten. 'Ondanks de ellende gaat het leven door'

Projectleider Dirkje Nieuwenhuis: ‘Ik ken iedereen inmiddels goed'.

Projectleider Dirkje Nieuwenhuis: ‘Ik ken iedereen inmiddels goed'. Foto: Fotostudio Wierd

Sinds de oorlog in Oekraïne uitbrak op 24 februari 2022 kwam er een enorme vluchtelingenstroom op gang. Ook in Flevoland verblijven inmiddels honderden mensen in noodopvang en bij gastgezinnen. Komende weken biedt Flevopost een kijkje in de levens van vluchtelingen, hulpverleners, politici en andere betrokkenen. Projectleider Dirkje Nieuwenhuis runt de opvanglocatie in hartje Dronten. Met een warm hart en een portie Hollandse nuchterheid zorgt zij samen met haar collega’s voor een veilige plek voor zo’n 120 Oekraïners.

‘Ik wil dit heel graag doen,’ zei Dirkje toen zij gevraagd werd door de gemeente Dronten om de opvanglocatie in de Rede en later ook Europarcs te runnen. ‘Maar, als jullie lang plezier van mij willen houden, is één Dirkje je niet genoeg!’ Zodoende kreeg zij hulp van collega’s Esther Ehlting en Martin Kalle. Samen zorgen ze ervoor dat de mensen zich thuis voelen in Dronten en hun leven kunnen oppakken. Dirkje heeft een achtergrond als locatiemanager in de zorg en als vrijwilliger bij stichting Vluchtelingenwerk. ‘Dit werk heeft daar raakvlakken mee, maar een oorlogssituatie met duizenden ontheemden uit Europa, wie hield daar nou rekening mee?’

Happy Birthday

De Rede 60 is een voormalig bankgebouw dat omgetoverd is naar een opvanglocatie voor vluchtelingen. In de grote kluis is een tweedehands kledingwinkeltje gevestigd, waar bewoners gratis kleding kunnen uitzoeken. De glazen draaideur staat vol met met kantoorplanten en er staat willekeurig wat meubilair. Met de kantoormeubelen zijn er zithoeken gemaakt en een soort kantine. Met hulp van De Meerpaal maakten de bewoners kleurrijke muurschilderingen, met veel zonnebloemen en tulpen. In de entree ligt een babypop op een bankje te wachten tot haar poppenmoeder terug is uit school. Dirkje laat de keuken zien, waar de bewoners zelf koken. Inna Is bezig met een verjaardagstaart met rozen en macarons voor haar dochter, die 13 jaar is geworden. ‘Happy Birthday’ staat erop, in gouden letters. Verjaardagen, kerstmis en Oekraïense feestdagen worden gewoon gevierd. Meestal boven, in de recreatiezaal met dakterras, na werktijd, ongeveer 80 procent van de mensen werkt namelijk. De 15 kinderen gaan naar school. Ondanks de ellende gaat het leven door.

Geen protocol voor alles

‘Als je zoveel mensen onder je hoede hebt, ontkom je er niet aan om regels op te stellen. Wij hebben vooral basis leefregels. Niet stelen, geen prostitutie, niet vechten. Het drinken van alcohol, roken en drugs gebruiken staan we ook niet toe. Misdraag je je dan volgen stevige consequenties, en toon je geen verbetering dan vlieg je er in een uiterste situatie uit. Simpel. Natuurlijk bieden we ook hulp. Er is een huisarts die iedere week een spreekuur houdt, de wijkagent komt regelmatig even op bezoek. Jeugd- en gezondheidzorg komt langs voor hulp bij opvoedvragen. Onzin pikt Dirkje niet. ‘Gezeur over kleine ruzies, daar ben ik niet voor. Dat lossen ze zelf maar op. Laatst was iemand boos over een vieze oven. Ik zei: júllie wonen hier. Maak er wat van, regel het. Pak je verantwoordelijkheid!’

Hoewel de verschillende opvanglocaties informatie uitwisselen, is het onmogelijk om op alles voorbereid te zijn, en overal een beleid of protocol voor te hebben. ‘Een tijdje terug overleed er een bewoner. Een hartstilstand, we zijn gelijk gestart met reanimeren maar het mocht niet baten. De praktische zaken rondom zijn dood konden we snel regelen. Maar een waardig afscheid organiseren, voor iemand alleen, die zo ver van huis is, uit een cultuur die je nog maar net begint te leren kennen. Dat is andere koek. Veel bewoners hadden tijdens de herinneringsdienst eten meegenomen naar de recreatieruimte, waar ook een foto was van de overledene. Ze plaatsten een extra bord, zodat de overledene kon ’mee-eten’. Iedereen keek naar mij, dus ik moest iets. Op zo’n moment volg ik mijn gevoel. We hebben toen allemaal een herinnering of wens gedeeld. Dat was mooi.’

In hetzelfde schuitje

‘Ik ken iedereen inmiddels goed, zegt Dirkje, en ik houd van alles bij in een overzicht, zodat ik niemand uit het oog verlies. Eerder verwachtte ik alleen moeders met kinderen, maar toen de bus voor de deur stopte zag ik dat er ook veel mannen mee waren gekomen. En heel multiculti, ik telde 14 nationaliteiten. Er zijn namelijk ook ‘derdelanders’, mensen van buiten Europa met een tijdelijk Oekraïens (studie)visum en die zijn door de oorlog ook ontheemd. Ik was wel op mijn hoede, zou dit wel goed gaan? Een Oekraïense mevrouw maakte een onaardige opmerking waar ik bij was. Dat pik ik niet, daar heb ik onmiddellijk op ingegrepen. Racisme, discriminatie, pesten, dat doen we niet.’

De derdelanders bereiden zich voor op hun toekomst, terug naar eigen land of verder studeren of werken in een ander land. In principe hebben zij tot 4 maart 2023 bescherming op grond van de Richtlijn tijdelijke bescherming (RTB) en kunnen tot 1 februari 2023 gebruik maken van het remigratiebeleid. De sfeer op de groep is ondertussen prima. Dirkje: ‘Als je in hetzelfde schuitje zit met z’n allen ontstaat er toch verbroedering, ondanks de culturele verschillen. Sterker nog: we hebben er een multiculti liefdeskoppel bij. Olyana uit Oekraïne en Umut uit Turkije vonden elkaar hier en zoeken nu een manier om samen te kunnen blijven. En de mevrouw die onaardig deed? Die heeft net een brief naar de minister-president gestuurd om te vragen of de medelanders langer mogen blijven.’